Bijlage 2: Informatiebladen Reserves

Het veilig, efficiënt en duurzaam beheren en onderhouden van de openbaar vervoer assets

Begroting 2020 d.d. 30-10-2019

Bestemmingsreserve

Op basis van de bijbehorende Nota kapitaalgoederen (NK) MOB 2021 is de verwachting dat de reserve toereikend is voor de toekomstige jaren.

n.v.t.

In de Nota Kapitaalgoederen wordt het veeljarig gemiddelde van de beheer en onderhoudskosten bepaald. Dit om een budgettering los van specifieke onderhouds- en vervangingsmomenten te creëren (= constant beeld in de programmabegroting). De jaarlijkse wisselende omvang aan onderhoud geeft behoefte aan een egalisatiereserve.
Daarnaast spelen er inhoudelijke onzekerheden en risico’s die van invloed kunnen zijn op de kosten in een jaar. Via het MOP gaan die meerkosten ook als vanzelf drukken op de reserve. Dat is dus wat anders dan het veeljarig egaliseren, namelijk een risicodekking.

Bestedingen moeten zijn opgenomen in het MOP openbaar vervoer. Het MOP openbaar vervoer is onderdeel van de begroting.  Eventuele bijstellingen gedurende het jaar vinden plaats via de reguliere P&C producten.

Conform de berekening die gemaakt is bij Nota kapitaalgoederen Mobiliteit 2021 is er geen vrije ruimte in deze reserve.

Bestedingen moeten zijn opgenomen in het MOP openbaar vervoer. Het MOP openbaar vervoer is onderdeel van de begroting.  Eventuele bijstellingen gedurende het jaar vinden plaats via de reguliere P&C producten.

Investeringen gaan via het MIP. Bij uitbreiding van het areaal komen de beheer- en onderhoudslasten daarna terug in de NK en het MOP.

n.v.t.

In 2021 is de vernieuwde trambaan Utrecht Nieuwegein IJsselstein en de busremise Westraven in gebruik genomen. Daarnaast wordt er ook nog gewerkt aan andere projecten die in de toekomst effect hebben op het MOP.

Door het werken met een egalisatiereserve wordt doelrealisatie zoals beschreven in de Nota Kapitaalgoederen mogelijk gemaakt.

De kostenraming in de NK is nu toereikend, maar is gebaseerd op de nodige aannames. Met name de oplevering van projecten (VRT en de busremise) kan verregaande effecten geven op de beheerkosten als de realisatie niet cf. de gestelde uitgangspunten plaatsvindt of er vanuit het project gebreken naar voren komen. Dit zal zich doorvertalen naar een actualisatie van toekomstige NK mocht dat nodig zijn. Het risico bestaat dat de huidige beschikbare middelen niet voldoende zijn.
In de NK MOB is uitgegaan van een vertragingsfactor van 80%. Dit houdt in dat de verwachting is dat niet alle opgenomen werkzaamheden ook daadwerkelijk in het betreffende jaar worden uitgevoerd. Dit kan door externe factoren komen, bijvoorbeeld door vertraging bij andere wegbeheerders, of door interne factoren zoals voldoende capaciteit. Ook kan uit metingen blijken dat variabel onderhoud niet daadwerkelijk nodig is in het betreffende jaar zoals opgenomen in de NK MOB. Maar als de werkzaamheden wel conform planning lopen is er op termijn hiervoor onvoldoende dekking binnen de reserve beschikbaar. Mocht dit voorkomen dan zal er om extra middelen gevraagd worden.

N.v.t.