4.7 Inzet post onvoorzien
Conform artikel 28, lid b van het BBV dient in de jaarrekening inzicht te worden gegeven in de aanwending van het bedrag voor onvoorzien. De stelpost onvoorzien kende in 2021 bij aanvang een omvang van € 1,75 mln. Dit is als volgt ingezet in 2021:
- € 0,1 mln. is ingezet voor de dekking van de hogere kosten voor de maandelijkse pagina in de huis-aan-huiskranten in de provincie Utrecht in het programma 9. Bestuur. Via de Voorjaarsrapportage 2021 heeft uw Staten daar mee ingestemd;
- € 0,036 mln. is ingezet voor het restant van de dekking van looncompensatie als gevolg van de cao 2021 dat is toegevoegd aan het onderdeel 'Stelpost loon/prijscompensatie'. Via de Slotwijziging 2021 heeft uw Staten daar mee ingestemd.
Per saldo resteert er daarmee nog € 1,614 mln. van de stelpost onvoorzien. Hiervan wordt voorgesteld om € 1,5 mln. via een bestemmingsvoorstel beschikbaar te stellen voor het jaar 2022 ten behoeve van een subsidiebeschikking voor schadeherstel als gevolg van de valwind in Leersum-Valkenheide-Maarsbergen. Zie hiervoor ook de Statenbrief van 11 januari 2022.