Bijlage 3: Informatiebladen Voorzieningen

De voorziening is ingesteld ter egalisatie van de kosten die voortvloeien uit het betalen van salarissen van provinciale medewerkers die gebruik maken van hun spaarverlof.

PS d.d. x juli 2022, Jaarrekening 2021

De voorziening wordt gevoed vanuit het beschikbare arbeidskostenbudget. Een medewerker die verlof spaart, betaalt dit namelijk vanuit het Individuele Keuzebudget (IKB). Jaarlijks wordt de benodigde stand van de voorziening berekend op basis van het saldo van het spaarverlof dat wordt vermenigvuldigd met de werkgeverslasten (uren x tarief). Eventuele verschillen ten opzichte van de werkelijke stand van de voorziening worden afgewikkeld via het arbeidskostenbudget.

De voorziening is toereikend om de lasten te dekken die voortvloeien vanuit het spaarverlof per einde van het boekjaar. Jaarlijks wordt de voorziening bij de jaarrekening herijkt.

Er is op dit moment geen vrije ruimte

Art. 44, lid 3 BBV geeft aan dat voor jaarlijks terugkerende arbeidskostengerealateerde verplichtingen met een vergelijkbaar volume géén voorziening gevormd mag worden. In de notitie ‘Arbeidskostengerelateerde verplichtingen’ van de commissie BBV (2013) is aangegeven dat bij de opbouw van nieuwe/extra loonkosten, zoals spaarverlof, er wél een voorziening gevormd dient te worden. Er is sprake van een veronderstelde en moeilijk voorspelbare groei.

Uitbetaling volgt vanuit de opname van spaarverlof van medewerkers. Per jaareinde wordt dit verrekend met de voorziening als een gesaldeerde mutatie.

Voor het opnemen van spaarverlof gelden de reguliere afspraken zoals die zijn vastgelegd in de cao.

De verplichting is gelijk aan het saldo van de voorziening.

N.v.t.

N.v.t.

Dat het verlofsaldo niet juist is berekend en/of dat er een verkeerd tarief voor werkgeverslasten is gehanteerd, waardoor de voorziening niet toereikend is

N.v.t.