De financiële kengetallen geven in combinatie met elkaar inzicht in de financiële weerbaarheid en flexibiliteit van de begroting. In de jaarstukken presenteren we de uitkomsten hiervan op basis van de jaarrekening 2021. In de door Provinciale Staten in december 2020 vastgestelde, geactualiseerde financiële verordening is het overzicht opgenomen van de kengetallen die we hanteren om de financiële stabiliteit van de provincie te beoordelen. Bij de signaalwaarden hebben we aansluiting gezocht bij het gemeenschappelijke financiële toezichtkader dat alle provincies hanteren bij hun toezichthoudende rol op gemeenten. Die signaalwaarden zijn als volgt:
De tabel met ingevulde kengetallen van de provincie Utrecht is gebaseerd op de cijfers vanuit de jaarrekening 2021. De standen in de kolom ‘Bijgestelde begroting 2021’ betreffen de door Provinciale Staten vastgestelde begrotingswijzigingen tot en met de Slotwijziging 2021. Een beschrijving per kengetal is opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Analyse
Analyse van de kengetallen op basis van de jaarrekening 2021 geeft aan dat de provincie Utrecht voldoende weerbaar en flexibel is om eventuele (on)verwachte uitgavenstijgingen te dekken. Alle kengetallen hebben de status ‘gezond’.
Het gezonde kengetal structurele exploitatieruimte (A) zorgt ervoor dat de provincie Utrecht weerbaar en flexibel is voor eventuele extra onverwachte uitgaven. Met betrekking tot de ratio weerstandsvermogen (F) geldt dat in totaal 229 risico's zijn geïdentificeerd en opgenomen in het risicomanagementsysteem. De totale omvang van deze risico's bedraagt € 143,6 miljoen. Met een zekerheid van 90% is een benodigd weerstandsvermogen van ruim € 24 miljoen benodigd. Aangezien de reserve weerstandsvermogen € 45 miljoen bedraagt is dit ruim voldoende om de geïnventariseerde risico's financieel af te dekken. Verder geldt dat er genoeg onbenutte ruimte is tussen het tarief opcenten van de provincie Utrecht en het wettelijk maximum waardoor de provincie weerbaar en flexibel blijft (C2).
De solvabiliteitsratio (B) geeft inzicht in de mate waarin de provincie in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio is zelfs gestegen ten opzichte van de bijgestelde begroting. Dit wordt voornamelijk verklaard uit het feit dat er circa € 13 miljoen minder is onttrokken aan de bestemmingsreserves dan in de bijgestelde begroting was voorzien. Het kengetal schuldquote (gecorrigeerd voor verstrekte geldleningen) (E2) is gedaald ten opzichte van de bijgestelde begroting. Deze ratio geeft aan wat het niveau van de schuldenlast is van de provincie ten opzichte van de eigen middelen. Als gevolg van lagere uitgaven op zowel exploitatiebudgetten als investeringsprojecten was het opnieuw niet nodig om langlopende leningen aan te trekken. Het saldo van de provincie Utrecht bij de Schatkist van het Rijk bleef daardoor per eind 2021 positief.
Schuldpositie/ liquiditeit
De netto schuldquote (ratio E1/E2) geeft de mate aan waarin een organisatie in staat is om de schulden terug te betalen. De hoogte van de schuld die de provincie kan dragen, hangt af van de hoogte van de inkomsten. De netto schuldquote wordt grofweg berekend door onze leningen minus ons geld op de bank (dit noemen we netto schuld), te delen door de jaarlijkse inkomsten.
Op basis van de bijgestelde begroting 2021 hadden wij ingeschat dat we onvoldoende eigen liquide middelen zouden hebben om aan al onze financiële verplichtingen te voldoen. We hadden ingeschat dat we circa € 21 miljoen aan externe leningen nodig zouden hebben bovenop een liquiditeitsbuffer van € 30 miljoen. Bij vaststelling van de jaarcijfers 2021 blijkt echter dat we juist een positief saldo aan liquide middelen hebben van circa € 102 miljoen. Dat betekent dat er in 2021 circa € 93 miljoen minder liquide middelen zijn uitgegeven dan we vooraf hadden ingeschat. Hiervoor zijn vier verklaringen te geven:
- In de programma’s en het Overzicht Overhead zijn minder uitgaven gedaan als gevolg van subsidies die pas in 2022 worden beschikt, vertraging in diverse programma’s, projecten en de uitvoering van onderhoud aan (vaar)wegen;
- In de investeringsprojecten zijn minder uitgaven gedaan als gevolg van vertraging door Covid-19 en langere doorlooptijden in de realisatie van infrastructuur;
- Op de balans is de post ‘overlopende passiva’ toegenomen, terwijl we gerekend hadden op een afname. Onder de overlopende passiva verstaan we nog te betalen subsidieverplichtingen, het nog door te storten restant van de ontvangen Rijksvergoeding voor de gevolgen van Covid-19 aan onze concessiehouders, en diverse vooruit ontvangen specifieke uitkeringen van het Rijk waarvan de bestedingen vanaf 2022 gaan plaatsvinden.
- Aan het einde van het jaar zijn de resterende nog te ontvangen bijdragen van het Rijk met betrekking tot de Uithoflijn ontvangen, terwijl hier in de prognose van de ontwikkeling van de balans voor 2021 nog geen rekening mee was gehouden.
In onderstaande grafiek is in beeld gebracht hoe de uitstroom is geweest van het saldo aan liquide middelen. In de achterliggende jaren ging dit gemiddeld om € 100 mln. per jaar. In 2021 is deze trend gekeerd en is het saldo nagenoeg gelijk gebleven.
Ontwikkeling van het eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserves, de bestemmingsreserves en het nog te bestemmen rekeningresultaat. In onderstaande grafiek is het verloop van het eigen vermogen sinds 2018 weergegeven. De totale omvang van het eigen vermogen bevindt zich sinds 2018 op eenzelfde niveau, waarbij wel een afname zichtbaar is van bestemmingsreserves en een toename van de algemene reserves. Dit wordt verklaard vanuit de verscherpte discipline om bestemmingsreserves jaarlijks te beoordelen op hun omvang en voorgenomen plannen. Indien er geen zicht is op besteding of planvorming voor besteding wordt voorgesteld om de bestemmingsreserve (deels) te laten vrijvallen ten gunste van de algemene (saldi) reserve. Daarnaast zijn de voordelige rekeningresultaten toegevoegd aan de saldi reserve. Per eind 2021 is de totale omvang van het eigen vermogen € 565 miljoen.
Binnen de provincie Utrecht kennen we naast de reserves om risico’s op te vangen (bufferfunctie) diverse bestemmingsreserves. In lijn met de geactualiseerde Nota Reserves en voorzieningen (2022) wordt hierbij een onderscheid gemaakt naar reserves die zijn ingesteld voor toekomstige doeleinden waar nog geen concreet bestedingsplan voor is (sparen), reserves die dienen om budget beschikbaar te houden voor de realisatie van een vastgesteld doel (besteding), reserves die dienen om pieken en dalen in de exploitatie op te vangen (egaliseren), en reserves die dienen om de kapitaallasten te dekken van investeringen (kapitaallasten). In onderstaand overzicht is de verhouding zichtbaar tussen de verschillende functies op basis van de jaarrekeningcijfers 2020 en 2021.
De afname van de bestemmingsreserves en de toename van de algemene reserves hangen sterk met elkaar samen. In 2021 heeft er een vrijval plaatsgevonden van enkele reserves, die vervolgens gedeeltelijk zijn gestort in de saldi reserve. Dit betreft de reserve Mobiliteitsprogramma (besteding) voor € 85 miljoen, de reserve Huisvesting (egaliseren) voor € 18 miljoen en de reserve Ecoducten (kapitaallasten) voor € 11 miljoen. De overige mutaties in de ontwikkeling van de saldi van de verschillende reserves betreffen een combinatie van stortingen in en onttrekkingen aan die reserves die verbonden zijn aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen waarvoor die reserves zijn ingesteld.
Conclusie
Eind maart 2022 hebben wij uw Staten een Statenbrief gestuurd met betrekking tot het voorlopig resultaat 2021. De daarin opgenomen verklaringen voor onderbestedingen zijn, zoals we toen al opmerkten, zaken waar we aan werken om te verbeteren. We constateren dat de verbeteringen hun tijd nodig hebben om tot het gewenste effect te leiden, terwijl de reguliere P&C-cyclus doorloopt. Ook in de cyclus van 2022 zullen we hier blijvend aandacht voor hebben om stapsgewijs de kwaliteit van de begroting en de prognose omhoog te krijgen.
Tot slot concluderen wij dat eind 2021 de financiële positie van de provincie Utrecht voldoende weerbaar en flexibel is om toekomstige ontwikkelingen financieel het hoofd te bieden. De solide omvang van de financiële middelen biedt een robuuste basis om in het jaar 2022 en verder invulling te geven aan onze wettelijke taken en aan de door ons geformuleerde ambities. Met steeds als doel voor ogen dat we onze provincie minstens zo mooi willen houden als hij al is en liever nog veel mooier!